In het boek "Autisme in het middelbaar beroepsonderwijs" (2014) van Esther van de Ven staan veel praktische tips hoe studenten met autisme geholpen kunnen worden bij hun MBO-opleiding. Als je het woord "student" vervangt door "leerling", en over enkele MBO-specifieke aspecten heen leest, zijn de vele voorbeelden en adviezen ook heel goed bruikbaar bij havo/vwo-leerlingen! ![]() Het boek leest makkelijk weg, is geschreven vanuit een kijk op autisme die wij onderschrijven, en vertaalt het in een heel praktische, direct toepasbare gids voor het helpen van cognitief begaafde leerlingen/studenten op school. Zoals de achterflap zegt:
Het boek gaat op een respectvolle manier om met de autonomie van de persoon met autisme, en gaat uit van diens capaciteit tot het aanleren van nieuwe vaardigheden, als hij/zij op het juiste moment een steuntje in de rug krijgt dat aansluit bij wat hij/zij op dat moment moeilijk vindt, ook al is dat misschien iets dat voor de meeste klasgenoten de normaalste zaak van de wereld is.
Ook voor ouders is dit boek een aanrader, want diverse tips zijn ook thuis met je kind bespreekbaar, als je merkt dat hij of zij moeite heeft met een bepaald aspect van school. Ook kunnen ouders tips uit het boek suggereren aan de mentor op school (of het hele boek natuurlijk!).
In het eerste hoofdstuk legt de schrijfster uit welke belemmeringen de huidige inrichting van het onderwijs heeft voor jongeren met autisme (zoals de nadruk die er tegenwoordig ligt op een kritische, zelfreflecterende houding en het uitgangspunt dat jongeren zelf de regie voeren over hun eigen opleiding). Ze vertelt waarom jongeren met autisme eigenlijk dubbel zo hard moeten werken om het normale lesprogramma te volgen, terwijl zij cognitief het niveau prima aankunnen:
Er worden vele bronnen vermeld, waaronder boeken en andere publicaties die wij ook aanbevelen, van bijvoorbeeld Peter Vermeulen en Martine Delfos.
Wat dit boek zo goed toepasbaar maakt, zijn de herkenbare voorbeelden van situaties waarin de jongere met autisme vastloopt, en hoe die dan weer op weg geholpen kan worden.
Ter illustratie de tekst van pagina 43 uit het boek:
Zo zijn er nog veel meer praktische voorbeelden en handreikingen, waarbij ook duidelijk is dat niet iedereen met autisme dezelfde soort ondersteuning nodig heeft. Er wordt bijvoorbeeld uitgelegd dat er 3 typen studenten zijn als het gaat om openheid over hun autisme: de student die zijn autisme accepteert, de student die zijn autisme ontkent, en de student die zich verschuilt achter zijn autisme, met voor elk van de typen concrete adviezen. Centraal staat: vertel de klas niet over het autisme zonder zijn toestemming, als hij dat niet wil ga dan niet in discussie maar praat over concrete zaken waar hij tegenaan loopt. Dat kan ook zonder het woord autisme te noemen. Het meest ideale is als hij zelf wil vertellen over zijn autisme, over wat hij lastig vindt en wat hem kan helpen. Ondersteun hem daarbij en geef hem de ruimte om ook over zijn sterke kanten te vertellen. (Zie ook onze pagina Wel of niet de klas vertellen over mijn autisme?) Niet alle hoofdstukken zijn even goed toepasbaar voor havo/vwo-leerlingen, maar het moge duidelijk zijn: wij kunnen dit boek van harte aanbevelen voor alle havo/vwo mentoren, docenten en zorgcoördinatoren die te maken krijgen met jongeren met autisme, en ook voor hun ouders. Gerelateerde boekreviews:
|
Boekreviews >