Scholen (schoolbesturen) kiezen zelf welke vormen van extra ondersteuning zij "standaard" bieden (de basisondersteuning, bijvoorbeeld begeleiding bij dyslexie). Als een leerling meer nodig heeft, is er wel vergaand maatwerk mogelijk. Voor ouders is het nuttig om te weten welke vormen van onderwijsmaatwerk wettelijk mogelijk zijn en in Nederland worden toegepast op middelbare scholen.
"Standaard" ondersteuningsmogelijkheden en maatwerkWat op de ene school mogelijk is, is niet zonder meer ook op de andere school mogelijk. Binnen de regio moet wel een dekkend aanbod zijn van passend onderwijs, verantwoordelijk daarvoor is het samenwerkingsverband. Elke regio heeft een samenwerkingsverband voortgezet onderwijs, waarin schoolbesturen samenwerken om de Wet Passend Onderwijs uit te voeren. Hoe ze dat doen, mag elk samenwerkingsverband zelf kiezen.
Wat onder extra ondersteuning valt en wat onder de basisondersteuning verschilt per samenwerkingsverband. Hoe dat precies zit leggen we uit in Wanneer is een OPP verplicht? En wat betekent dat voor Utrecht? Als ouders kun je navragen welke school welke vormen van ondersteuning biedt en daar je keuze op baseren. Maar als een kind het nodig heeft, is er ook maatwerk mogelijk dat niet beschreven staat in de documenten van de school. Dan kunnen er dus vormen van extra ondersteuning gecreëerd worden die niet in het standaardmenu zitten. Het valt onder de zorgplicht van scholen om per leerling die dat nodig heeft, te onderzoeken welk maatwerk ze kunnen bieden.
Welke vormen van extra ondersteuning zijn mogelijk in Nederland?Voor ouders is het nuttig om te weten welke vormen van onderwijsmaatwerk wettelijk mogelijk zijn. Alle onderstaande vormen van maatwerk komen voor in het reguliere voortgezet onderwijs in Nederland, worden bekostigd door de overheid en zijn toegestaan door de onderwijsinspectie (volgens onze informatie; het kan zijn dat speciale toestemming van leerplichtambtenaar en/of inspecteur nodig is, maar zie ook Onderwijsinspecteur roept leraren en schooldirecteuren op om grenzen te verkennen).
Let op: de meeste hieronder genoemde aanpassingen zijn alleen mogelijk in uitzonderlijke gevallen, als deze ondersteuning noodzakelijk is voor deze leerling om onderwijs op eigen niveau te kunnen volgen, en alleen als het geen onevenredige belasting voor de school is.
Dit betekent niet dat al deze vormen van ondersteuning mogelijk zijn op elke school of voor elke leerling, alleen dat het onderzocht zou kunnen worden of het ook op deze school voor deze leerling geboden kan worden.
Ook het vermelden waard:
Op welke vormen van extra ondersteuning kun je minimaal rekenen bij een bepaalde school?
De extra ondersteuning in het "standaardmenu" van een school moet zijn beschreven in het zogenaamde schoolondersteuningsprofiel. Vaak wordt dat profiel gepubliceerd op de website van de school of van het samenwerkingsverband. Als je het voor de school van jouw keuze niet kunt vinden op hun website, zoek dan eens op scholenopdekaart.nl. Vind de school en kijk bij Onderwijsbeleid / Schoolondersteuningsprofiel. Je kunt de school er ook naar vragen natuurlijk.
Het valt nog niet altijd mee om uit zo'n schoolondersteuningsprofiel te herleiden wat jouw kind daar nu praktisch aan kan hebben, en niet elk kind op die school heeft recht op alle beschreven vormen van extra ondersteuning, maar het is een goed startpunt voor een gesprek hierover. Als je kind meer ondersteuning nodig heeft dan beschreven staat in het schoolondersteuningsprofiel, en de school geeft aan dat ze dat niet zelf kunnen bieden, dan is er ook nog de mogelijkheid dat de school aanklopt bij zijn samenwerkingsverband voor wat ze noemen een "arrangement". Dat betekent dat ze een aanvraag kunnen doen voor extra financiering van een speciale vorm van ondersteuning. De school is ook verplicht te onderzoeken of dat kan (zie Jurisprudentie over toelating en zorgplicht bij passend onderwijs). Pas als dat ook niet kan, moet de school in overleg met de ouders op zoek naar een andere school die wel die ondersteuning kan bieden.
Waar de grens ligt wat een school zelf kan bieden en waarvoor aangeklopt moet worden bij het samenwerkingsverband, verschilt per samenwerkingsverband (dus per regio). Sommige samenwerkingsverbanden verdelen het hele budget voor passend onderwijs onder de aangesloten scholen, en laten de scholen zelf kiezen hoe ze het besteden. Bij andere samenwerkingsverbanden moet voor elke leerling die extra ondersteuning nodig heeft een aanvraag gedaan worden voor financiering. En alle tussenvormen zijn mogelijk. Een link naar een onderzoek naar dit soort verschillen tussen samenwerkingsverbanden vind je bij het bericht 30 juni 2015 - Sander Dekker: in 2020 elke thuiszitter binnen 3 maanden passend onderwijs (trefwoord Sardes).
Goed voorbeeld uit Rotterdam hoe schoolondersteuningsprofielen ontsloten kunnen wordenKoers VO, het samenwerkingsverband van middelbare scholen in Rotterdam, heeft de schoolondersteuningsprofielen van de scholen in hun regio verwerkt in een gebruiksvriendelijke website Koers VO Schoolprofielen waarop je verschillende kenmerken van scholen kan kiezen waarna je een lijstje en een kaart krijgt van de scholen die daaraan voldoen. Zo kun je bijvoorbeeld kiezen uit verschillende vormen van ondersteuning van gedrag (met tussen haakjes het aantal scholen dat dat heeft):
|